Laparoscopische cholecystectomie
Het verloop van de ingreep van cholecystectomie is identiek zowel bij chirurgie door middel van laparoscopie (kijkoperatie) als bij chirurgie “met open buik”.
Het principe bestaat erin dat de galblaas verwijderd wordt nadat de slagader en de afvoergang van de galblaas werd afgesloten door afsluitclips of ligaturen (afbindingen). Tijdens deze chirurgische ingreep kan je chirurg eventueel een radiografie maken van de galwegen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van jodium. Zelfs als je allergisch bent aan jodium, zal de inspuiting van de jodiumhoudende contraststof in de galwegen zeer zelden een probleem veroorzaken. Toch moet je je chirurg verwittigen van je overgevoeligheid. Tenslotte zal de galblaas worden verwijderd met een plasticzakje door één van de openingen van de kijkbuis (meestal ter hoogte van de navel). Soms moet de incisie vergroot worden om de galblaas en stenen te kunnen verwijderen.
Algemene inlichtingen met betrekking tot de laparoscopie
In normale toestand is de buikinhoud in nauw contact met de buikwand. Om een ruimte te krijgen tussen de buikinhoud en de buikwand, om de videocamera naar binnen te brengen, moet er dus eerst een soort “luchtbel” worden aangelegd. Dit gebeurt door de buik op te blazen. Daarom begint de operatie met het inspuiten van koolzuurgas (CO2) in de buik. Deze werkruimte of luchtbel wordt verwezenlijkt met behulp van een beschermde naald (Veress-naald) die wordt ingebracht doorheen de buikwand.
Wanneer de werkruimte is aangelegd, gebruikt de chirurg “trocars”. Dit zijn holle kokertjes voorzien van kleppen die het mogelijk maken het gas te behouden in de buik. Via deze trocars worden de videocamera en de chirurgische instrumenten binnengebracht. De kokertjes (meestal vier in totaal) worden aangebracht na kleine insneden op de buikwand.
Vervolgens gebeurt de operatie “met gesloten buik”, waarbij de chirurg de instrumenten langs de buitenzijde van je buik hanteert. De chirurg volgt de operatie in de binnenzijde van de buik op een televisiescherm.
Bij het ontwaken kan je pijn voelen aan de schouders. Deze pijn wordt veroorzaakt doordat de buik werd opgeblazen met koolzuurgas om de werkruimte aan te leggen. Dit koolzuurgas kan bij het einde van de operatie nooit volledig worden verwijderd. Het overblijvende gas zal snel en zonder gevaar worden geabsorbeerd en verwijderd. De pijn is tijdelijk en verdwijnt spontaan enkele dagen na de operatie. Soms zijn ontstekingsremmende geneesmiddelen aangeraden.
De chirurgische instrumenten die worden gebruikt zijn niet dezelfde als de instrumenten die worden gebruikt bij de klassieke chirurgie (met “open buik”). Sommige instrumenten zijn technologisch zo complex dat zij slechts kunnen worden gebruikt bij één enkele patiënt. Deze instrumenten worden weggegooid na de operatie. Wij vestigen je aandacht op het feit dat het materiaal met éénmalig gebruik niet volledig wordt terugbetaald door het RIZIV. Deze meerkost wordt toegevoegd aan de factuur bestemd voor de patiënt. Inlichtingen hieromtrent kan je bekomen bij de dienst facturatie (09 387 73 74).
Voor de ingreep
Vanaf middernacht (de avond vóór de operatie) moet je nuchter blijven. Niet eten of drinken. Plat water is wel toegestaan tot drie uur vóór de ingreep. Indien je dagelijks geneesmiddelen neemt, moet je dit melden aan je chirurg of aan iemand van het team. In principe mogen alle medicamenten (met uitzondering van bloedverdunners en pilletjes voor het suiker) ‘s morgens met een glas water ingenomen worden. Indien je aspirine neemt, anticoagulantia (geneesmiddelen die de bloedstolling vertragen) of anti-inflammatoire geneesmiddelen (tegen artritis, artrose …) moet je hierover spreken met je chirurg of huisarts. Dat is belangrijk om de datum te bepalen waarop je de geneesmiddelen tijdelijk stopzet voor de operatie. Patiënten die insuline nemen, bespreken dit best met de huisarts.
Vaak is preoperatieve toediening van geneesmiddelen noodzakelijk (geneesmiddelen die moeten ingenomen of ingespoten worden voor de operatie). In dat geval zal een lid van de medische ploeg een fijne naald of een katheter aanbrengen in je aders om de geneesmiddelen die noodzakelijk zijn gedurende de operatie toe te dienen. Deze ingreep duurt meestal 30 tot 45 minuten, maar kan ook meerdere uren duren, en gaat door onder algemene anesthesie (verdoving).
Een blaassonde kan noodzakelijk zijn vóór of tijdens de operatie, maar dat gebeurt zelden.
Na de ingreep
De duur van de hospitalisatie is variabel en hangt af van de beslissing van je chirurg. Meestal kan deze operatie in ambulante setting gebeuren. Dit wil zeggen dat je dezelfde dag het ziekenhuis kan verlaten. Indien je alleenstaand bent, belangrijke bijkomende ziekten hebt, meer dan 70 jaar bent, zware verklevingen hebt in de buik of een open procedure hebt gehad, is het zinvol een overnachting te voorzien. Een voorziene dagopname kan door omstandigheden (bv. braken, duizeligheid bij rechtstaan …) leiden tot een noodzakelijke overnachting.
Complicaties
Verwikkelingen die zich kunnen voordoen TIJDENS de operatie
Zoals bij elke chirurgische ingreep, kunnen zich ook tijdens deze ingreep bepaalde verwikkelingen voordoen.
- Een reactie op de algemene anesthesie (verdoving)
- Een bloeding
- Een verwonding aan een abdominaal (in de buik) orgaan: maag, darm, grote bloedvaten …
- Een verwonding aan de galafvoerweg, vooral wanneer de chirurgische dissectie moeilijk is. Deze verwikkeling komt niet enkel voor bij de laparoscopische ingreep, en moet op gepaste wijze worden behandeld.
- Het ontsnappen van de steentjes in de buikholte. In dat geval zal je chirurg alles in het werk stellen om de steentjes te verwijderen.
- Nalaten van een vreemd lichaam
- Hart-, long- en nierproblemen
- Tijdens het verwezenlijken van de werkruimte (luchtbel met koolzuurgas) kan het gas in één van de grote bloedvaten terechtkomen waarbij een gasembolie kan worden veroorzaakt. Deze kan dodelijk zijn of zeer ernstige gevolgen met zich meebrengen. Dit ongeval komt evenwel uiterst zeldzaam voor.
- Het inbrengen van de naald voor het inspuiten van het koolzuurgas en/of van een trocar kan eveneens in zeer zeldzame gevallen een letsel aan één van de grote bloedvaten veroorzaken
Noodzaak tot conversie
Wanneer een verwikkeling wordt vastgesteld tijdens de operatie, kan zij worden behandeld ofwel door middel van laparoscopie (kijkoperatie) , ofwel door middel van een open chirurgie. De factoren die de mogelijkheid vergroten om van operatie met gesloten buik over te gaan naar de techniek met open buik (= conversie), zijn bijvoorbeeld:
- Obesitas (zwaarlijvigheid)
- een eerdere abdominale operatie, die zeer dichte vergroeiingen heeft veroorzaakt
- in een bepaald aantal gevallen in de methode van de laparoscopie niet mogelijk omwille van de onmogelijkheid om de organen goed in zicht te brengen of te manipuleren
De noodzaak tot open chirurgie is weinig frequent, maar je moet weten dat dit mogelijk is en dit voordien eventueel bespreken met je chirurg.
Andere verwikkelingen die zich kunnen voordoen NA de operatie
- Een postoperatieve bloeding
- Een verwonding aan de ingewanden of galafvoerweg die pas nadien blijkt
- Een infectie aan de insnedeplaatsen
- Een infectie in de buik, in de longen, aan de urine, ...
- Hart-, long- en nierproblemen
- Verwardheid
Pijnervaring
Het verwijderen van de galblaas is een belangrijke abdominale ingreep en kan dus gepaard gaan met een zekere graad van postoperatieve pijn. Misselijkheid en braken zijn niet uitzonderlijk.
Verwikkelingen op lange termijn
De risico's en verwikkelingen op lange termijn zijn miniem. Nochtans kan er een steentje achterblijven of kan er zich opnieuw een steentje vormen in de galwegen, en kan je dus symptomen vertonen. Het probleem kan dan door een aangepast therapeutisch optreden geregeld worden.