Liesbreukherstel

Open chirurgie (klassiek herstel)

Hierbij wordt er een insnede gemaakt ter hoogte van de liesstreek of van de onderbuik.
De opening in de buikwand wordt afgesloten met een prothese (netje). Dit gebeurt om te voorkomen dat de breukzak terug in het breukkanaal zou glijden. Het netje (meestal 15 x 13cm) is groter dan de herniapoort (meestal enkele cm). Zodoende is de kans dat het netje zich verplaatst zeer klein, maar niet onbestaande. In dit laatste geval kan er zich opnieuw een hernia voordoen. Het risico op infectie door het aanbrengen van het netje is zeer klein. De aanwezigheid van een netje kan tijdens een latere ingreep in het klein bekken, deze ingreep bemoeilijken zonder deze ingreep onmogelijk te maken (bv. bij open operaties aan de prostaat, gynaecologische of vasculaire (i.v.m. de bloedvaten) ingrepen). Indien u later een dergelijke ingreep ondergaat is het noodzakelijk uw chirurg te verwittigen dat er eerder een niet-resorbeerbaar netje werd aangebracht.
Vervolgens wordt de breukpoort stevig gesloten.
Ten slotte wordt de huid gesloten met draadjes die spontaan verteren, wat wil zeggen dat er na de operatie geen draadjes verwijderd moeten worden.

Voor de ingreep
Vanaf middernacht (de avond vóór de operatie) moet u nuchter blijven. Niet eten noch drinken. Plat water is wel toegestaan tot 3uur vóór de ingreep. Indien u dagelijks geneesmiddelen neemt, moet u dit melden aan uw chirurg of aan iemand van zijn team. In principe mogen alle medicamenten (met uitzondering van bloedverdunners en pilletjes voor het suiker) ’s morgens met een glas water ingenomen worden. Indien u aspirine neemt, anticoagulantia (geneesmiddelen die de bloedstolling vertragen) of anti-inflammatoire geneesmiddelen (tegen artritis, artrose, …) moet u hierover spreken met uw chirurg of huisarts, dit om de datum te bepalen waarop u de geneesmiddelen tijdelijk stopzet. Patiënten die insuline nemen bespreken dit best met de huisarts.

Vaak is preoperatieve toediening van geneesmiddelen noodzakelijk (geneesmiddelen die moeten ingenomen worden voor de operatie). Vóór de ingreep zal een lid van de medische ploeg een fijne naald of een catheter aanbrengen in uw aders om de geneesmiddelen die noodzakelijk zijn gedurende de operatie toe te dienen. U zal zich gedurende de operatie onder algemene anesthesie (verdoving) bevinden.

Een blaassonde kan noodzakelijk zijn vóór of tijdens de operatie doch weinig frequent.

Na de ingreep
Meestal kan deze operatie in dagziekenhuis gebeuren. Dit wil zeggen dat u dezelfde dag het ziekenhuis kan verlaten. Indien u alleenstaand bent, belangrijke bijkomende ziekten heeft, meer dan 70 jaar bent, is het zinvol een overnachting te voorzien. Een voorziene dagopname kan door omstandigheden (bv. braken, duizeligheid bij rechtstaan, conversie e.a.) een overnachting noodzaken.

Kijkoperatie (laparoscopisch herstel)

U wordt naar het operatiekwartier gebracht. Daar verdooft de anesthesist u volledig. De kijkoperatie kan immers enkel onder algemene narcose plaatsvinden.

In normale toestand is de buikinhoud in nauw contact met de buikwand. Om een ruimte te krijgen die het mogelijk maakt de videocamera naar binnen te brengen, moet er eerst een soort “luchtbel” worden aangelegd, en dit gebeurt door de buik op te blazen. Daarom begint de operatie met het inspuiten in de buik van koolzuurgas.

Wanneer de werkruimte is aangelegd, gebruikt de chirurg “trocars” of kijkbuisjes, d.w.z. holle kokertjes voorzien van kleppen, die het mogelijk maken het gas te behouden in de buik.

Via deze trocars worden de videocamera en de chirurgische instrumenten alsook de prothese binnengebracht. Deze kokertjes (meestal 3 in totaal) worden aangebracht via kleine insneden op de buikwand. Vervolgens gebeurt de operatie “met gesloten buik” want uw chirurg hanteert de instrumenten langs de buitenzijde van uw buik, en volgt de operatie in de binnenzijde van de buik op een televisiescherm.

De breukzak wordt met de breukinhoud uit het breukkanaal terug in de buik getrokken. De opening in de buikwand wordt afgesloten met een prothese (netje). Dit gebeurt om te voorkomen dat de breukzak terug in het breukkanaal zou glijden. De prothese wordt aan de binnenkant van het bekken vastgemaakt. Het netje (meestal 15 x 13cm) is groter dan de herniapoort (meestal enkele cm). Zodoende is de kans dat het netje zich verplaatst zeer klein, maar niet onbestaande. In dit laatste geval kan er zich opnieuw een hernia voordoen. Het risico op infectie door het aanbrengen van het netje is zeer klein. De aanwezigheid van een netje kan tijdens een latere ingreep in het klein bekken, deze ingreep bemoeilijken zonder deze ingreep onmogelijk te maken (bv. bij open operaties aan de prostaat, gynaecologische of vasculaire (i.v.m. de bloedvaten) ingrepen). Indien u later een dergelijke ingreep ondergaat is het noodzakelijk uw chirurg te verwittigen dat er eerder een niet-resorbeerbaar netje werd aangebracht.

De huid wordt gesloten met draadjes die spontaan verteren. Dat wil zeggen dat er na de operatie geen draadjes moeten verwijderd worden.

Bij het ontwaken kunt u pijn voelen aan de schouders. Deze pijn wordt veroorzaakt door het feit dat de buik werd opgeblazen met koolzuurgas om de werkruimte aan te leggen, en dit koolzuurgas bij het einde van de operatie nooit volledig kan worden verwijderd. Dit overblijvende gas zal echter snel en zonder gevaar voor uw organisme worden geabsorbeerd en verwijderd. De pijn is tijdelijk en verdwijnt binnen enkele dagen na de operatie.

De chirurgische instrumenten die worden gebruikt zijn niet dezelfde dan de instrumenten die worden gebruikt bij de klassieke chirurgie. Sommige instrumenten zijn technologisch zo complex dat zij slechts kunnen worden gebruikt bij één enkele patiënt. Deze instrumenten noemt men “disposables” (wegwerpbaar), d.w.z. dat men ze weggooit na de operatie. Wij vestigen uw aandacht op het feit dat het materiaal met éénmalig gebruik niet volledig wordt terugbetaald door het RIZIV. Deze meerkost wordt toegevoegd aan de factuur bestemd voor de patiënt. Inlichtingen hieromtrent kan u bekomen bij de dienst facturatie (tel. 09 387 73 78).

Voor de ingreep
Vanaf middernacht (de avond vóór de operatie) moet u nuchter blijven. Niet eten noch drinken. Plat water is wel toegestaan tot 3uur vóór de ingreep. Indien u dagelijks geneesmiddelen neemt, moet u dit melden aan uw chirurg of aan iemand van zijn team. In principe mogen alle medicamenten (met uitzondering van bloedverdunners en pilletjes voor het suiker) ’s morgens met een glas water ingenomen worden. Indien u aspirine neemt, anticoagulantia (geneesmiddelen die de bloedstolling vertragen) of anti-inflammatoire geneesmiddelen (tegen artritis, artrose, …) moet u hierover spreken met uw chirurg of huisarts, dit om de datum te bepalen waarop u de geneesmiddelen tijdelijk stopzet. Patiënten die insuline nemen bespreken dit best met de huisarts.

Vaak is preoperatieve toediening van geneesmiddelen noodzakelijk (geneesmiddelen die moeten ingenomen worden voor de operatie). Vóór de ingreep zal een lid van de medische ploeg een fijne naald of een catheter aanbrengen in uw aders om de geneesmiddelen die noodzakelijk zijn gedurende de operatie toe te dienen. U zal zich gedurende de operatie onder algemene anesthesie (verdoving) bevinden.

Een blaassonde kan noodzakelijk zijn vóór of tijdens de operatie doch weinig frequent.

Na de ingreep
Meestal kan deze operatie in dagziekenhuis gebeuren. Dit wil zeggen dat u dezelfde dag het ziekenhuis kan verlaten. Indien u alleenstaand bent, belangrijke bijkomende ziekten heeft, meer dan 70 jaar bent, is het zinvol een overnachting te voorzien. Een voorziene dagopname kan door omstandigheden (bv. braken, duizeligheid bij rechtstaan, conversie e.a.) een overnachting noodzaken.

Robotoperatie (robot geassisteerd laparoscopisch herstel)

Sinds 2020 zijn we in het AZ STV Deinze gestart met robot geassisteerd laparoscopisch hernia herstel. Deze ingreep is in essentie dezelfde als met traditionele laparoscopie, maar de instrumenten en de camera worden vanuit een console door de chirurg gehanteerd.

U wordt naar het operatiekwartier gebracht. Daar verdooft de anesthesist u volledig. De robotoperatie kan immers enkel onder algemene narcose plaatsvinden.

In normale toestand is de buikinhoud in nauw contact met de buikwand. Om een ruimte te krijgen die het mogelijk maakt de videocamera naar binnen te brengen, moet er eerst een soort “luchtbel” worden aangelegd, en dit gebeurt door de buik op te blazen. Daarom begint de operatie met het inspuiten in de buik van koolzuurgas.

Wanneer de werkruimte is aangelegd, gebruikt de chirurg “trocars” of kijkbuisjes, d.w.z. holle kokertjes voorzien van kleppen, die het mogelijk maken het gas te behouden in de buik. De trocars worden vervolgens verbonden met de robot. Via deze trocars worden de videocamera en de chirurgische instrumenten alsook de prothese binnengebracht. Deze kokertjes (meestal 3 in totaal) worden aangebracht via kleine insneden op de buikwand.

Vervolgens gebeurt de operatie “met gesloten buik” want uw chirurg hanteert de instrumenten langs de buitenzijde van uw buik vanuit de console van de robot.

De breukzak wordt met de breukinhoud uit het breukkanaal terug in de buik getrokken. De opening in de buikwand wordt afgesloten met een prothese (netje). Dit gebeurt om te voorkomen dat de breukzak terug in het breukkanaal zou glijden. De prothese wordt aan de binnenkant van het bekken vastgemaakt. Het netje (meestal 15 x 13cm) is groter dan de herniapoort (meestal enkele cm). Zodoende is de kans dat het netje zich verplaatst zeer klein, maar niet onbestaande. In dit laatste geval kan er zich opnieuw een hernia voordoen. Het risico op infectie door het aanbrengen van het netje is zeer klein. De aanwezigheid van een netje kan tijdens een latere ingreep in het klein bekken, deze ingreep bemoeilijken zonder deze ingreep onmogelijk te maken (bv. bij open operaties aan de prostaat, gynaecologische of vasculaire (i.v.m. de bloedvaten) ingrepen). Indien u later een dergelijke ingreep ondergaat is het noodzakelijk uw chirurg te verwittigen dat er eerder een niet-resorbeerbaar netje werd aangebracht.

De huid wordt gesloten met draadjes die spontaan verteren. Dat wil zeggen dat er na de operatie geen draadjes moeten verwijderd worden.

Bij het ontwaken kunt u pijn voelen aan de schouders. Deze pijn wordt veroorzaakt door het feit dat de buik werd opgeblazen met koolzuurgas om de werkruimte aan te leggen, en dit koolzuurgas bij het einde van de operatie nooit volledig kan worden verwijderd. Dit overblijvende gas zal echter snel en zonder gevaar voor uw organisme worden geabsorbeerd en verwijderd. De pijn is tijdelijk en verdwijnt binnen enkele dagen na de operatie.

De chirurgische instrumenten die worden gebruikt zijn niet dezelfde dan de instrumenten die worden gebruikt bij de klassieke chirurgie. Sommige instrumenten zijn technologisch zo complex dat zij slechts kunnen worden gebruikt bij één enkele patiënt. Deze instrumenten noemt men “disposables” (wegwerpbaar), d.w.z. dat men ze weggooit na de operatie. Wij vestigen uw aandacht op het feit dat het materiaal met éénmalig gebruik niet volledig wordt terugbetaald door het RIZIV. Deze meerkost wordt toegevoegd aan de factuur bestemd voor de patiënt. Inlichtingen hieromtrent kan u bekomen bij de dienst facturatie (tel. 09 387 73 78).

Voor de ingreep
Vanaf middernacht (de avond vóór de operatie) moet u nuchter blijven. Niet eten noch drinken. Plat water is wel toegestaan tot 3uur vóór de ingreep. Indien u dagelijks geneesmiddelen neemt, moet u dit melden aan uw chirurg of aan iemand van zijn team. In principe mogen alle medicamenten (met uitzondering van bloedverdunners en pilletjes voor het suiker) ’s morgens met een glas water ingenomen worden. Indien u aspirine neemt, anticoagulantia (geneesmiddelen die de bloedstolling vertragen) of anti-inflammatoire geneesmiddelen (tegen artritis, artrose, …) moet u hierover spreken met uw chirurg of huisarts, dit om de datum te bepalen waarop u de geneesmiddelen tijdelijk stopzet. Patiënten die insuline nemen bespreken dit best met de huisarts.

Vaak is preoperatieve toediening van geneesmiddelen noodzakelijk (geneesmiddelen die moeten ingenomen worden voor de operatie). Vóór de ingreep zal een lid van de medische ploeg een fijne naald of een catheter aanbrengen in uw aders om de geneesmiddelen die noodzakelijk zijn gedurende de operatie toe te dienen. U zal zich gedurende de operatie onder algemene anesthesie (verdoving) bevinden.

Een blaassonde kan noodzakelijk zijn vóór of tijdens de operatie doch weinig frequent.

Na de ingreep
Meestal kan deze operatie in dagziekenhuis gebeuren. Dit wil zeggen dat u dezelfde dag het ziekenhuis kan verlaten. Indien u alleenstaand bent, belangrijke bijkomende ziekten heeft, meer dan 70 jaar bent, is het zinvol een overnachting te voorzien. Een voorziene dagopname kan door omstandigheden (bv. braken, duizeligheid bij rechtstaan, conversie e.a.) een overnachting noodzaken.