Navelbreuk

Wat is een navelbreuk?

Een navelbreuk (umbilicale hernia) is een uitstulping van het peritoneum (buikvlies) doorheen een opening (de herniapoort) in de buikspieren t.h.v. de navel. Deze zwakte van de buikwand kan ertoe leiden dat een darmlis of ander abdominaal weefsel door deze opening naar buiten geraakt. Dit geeft dan de indruk van “een knobbel onder de huid”. Een hernia kan pijn veroorzaken en kan leiden tot ernstige verwikkelingen. Dan spreken we van een ingeklemde breuk. De breukinhoud, bvb. de darm, zit dan vast in de breukzak waardoor ook de bloedtoevoer belemmerd wordt. Een ingeklemde breuk moet met spoed geopereerd worden.

Een navelbreuk geneest niet spontaan. Een chirurgische ingreep is aangewezen indien er klachten zijn of omwille van cosmetische redenen, tenzij er een tegenindicatie bestaat.

Het dragen van een breukband ter ondersteuning is geen definitieve oplossing, maar helpt wel om de symptomen te verlichten.

Symptomen

Meestal zijn er geen klachten bij een navelbreuk.

In sommige gevallen zijn er wel symptomen aanwezig:

  • Ongemak ter hoogte van de navel
  • Zwelling of uitstulping ter hoogte van de navel

De symptomen nemen toe bij verhoogde druk in de buik (bv. hoesten, niezen, persen).

Indien er plots een hevige pijn ontstaat en de zwelling niet meer terug te duwen is, kan er sprake zijn van een ingeklemde breuk. In dat geval is het belangrijk om zo snel mogelijk een dokter te raadplegen, gezien dit een dringende operatie vereist.
Andere symptomen van een ingeklemde breuk zijn:

  • Misselijkheid
  • Braken
  • Pijn in de buik
  • Opgezette buik
  • Minder frequente stoelgang
Behandeling

De behandeling voor een navelbreuk bestaat er in de inhoud van de breukzak terug te plaatsen in de buikholte en de herniapoort te sluiten door de buikwand te verstevigen, meestal d.m.v. een netje of prothese, dit om te vermijden dat de hernia terug ontstaat.

Wanneer men u een chirurgische ingreep voorstelt, bestaan er twee mogelijkheden: hetzij de “open chirurgie” (klassiek herstel), hetzij chirurgie met de “gesloten techniek” d.m.v. een kijkoperatie of een robot geassisteerde kijkoperatie. De resultaten van de laparoscopische chirurgie lijken min of meer vergelijkbaar aan die van de open chirurgie.

De ingreep

#
Complicaties

Sommige mensen ondervinden moeilijkheden om te plassen. Dat komt omdat de prothese tegen de blaas aanduwt, vooral bij een liesbreukherstel. Dit gevoel verdwijnt binnen de 24 uur. Als u in het dagziekenhuis geopereerd wordt, mag u pas naar huis gaan als u normaal heeft kunnen plassen.

  • Nabloeding

Een nabloeding bij liesbreukherstel veroorzaakt bij mannen een blauwe verkleuring en zwelling van de balzak. Bij vrouwen veroorzaakt een nabloeding een blauwe verkleuring en zwelling van de venusheuvel en schaamlip.

Bij een navel- of littekenbreukherstel veroorzaakt nabloeding een blauwe verkleuring t.h.v. de navel of het litteken.

Een meer ernstige vorm van nabloeding kan zorgen voor een zwelling onder het litteken. Als de zwelling te groot of te pijnlijk voor u is, wordt een kleine ingreep verricht om het bloed te verwijderen.

  • Wondinfectie

Is te herkennen aan een rode pijnlijke en warm aanvoelende opzetting van het litteken. Als u hier thuis last van krijgt, neemt u best zo snel mogelijk contact op met uw huisarts of uw chirurg. Het is mogelijk dat u dan een antibioticabehandeling moet volgen.

  • Gevoelloosheid

Soms kan gevoelloosheid optreden in een deel van het litteken en bij een liesbreuk t.h.v. de binnenkant van het been en/of de balzak. Dit is normaal en verdwijnt meestal langzaamaan.

  • Pijn

Het is normaal om tot twee weken na de operatie pijn te ondervinden ter hoogte van de snee. De pijn zal stilaan verdwijnen.

Een liesbreukherstel bij mannen kan in sommige gevallen leiden tot gevoeligheid in de zaadstreng of de teelbal door de manipulatie van de zenuw tijdens de operatie. Als u die pijn heeft, krijgt u een pijnstiller om de zenuw te kalmeren.

In sommige gevallen (0-3%) ontstaat een probleem van chronische pijn. Dan kan een infiltratie van het pijnpunt, een tweede operatie of een behandeling via de pijnkliniek nodig zijn.

Zeer zeldzame complicaties
  • Een reactie op de algemene anesthesie (verdoving)
  • Een bloeding
  • Een verwonding aan een abdominaal orgaan: darm, grote bloedvaten, e.a. vooral wanneer de chirurgische dissectie moeilijk is, bvb. wanneer men vroeger al meermaals geopereerd werd. Deze verwikkeling komt niet enkel voor bij de laparoscopische ingreep, en moet op gepaste wijze worden behandeld.
  • Hart-, long- en nierproblemen
  • Een vasculaire verwikkeling (aan de bloedvaten)
  • Een letsel aan de zaadstreng en indien dit bilateraal voorkomt, onvruchtbaarheid (bij liesbreukherstel)
  • Een letsel aan de bloedvaten van de teelbal met mogelijks verschrompeling van de teelbal (bij liesbreukherstel)
  • Tijdens het verwezenlijken van de werkruimte (luchtbel met koolzuurgas) kan dit gas in één van de grote bloedvaten terechtkomen waarbij een gasembolie kan worden veroorzaakt. Deze kan dodelijk zijn of zeer ernstige sequelen met zich meebrengen. Dit ongeval komt echter uiterst zeldzaam voor.
  • Het inbrengen van de naald voor het inspuiten van het koolzuurgas en/of van een trocar kan eveneens in zeer zeldzame gevallen een letsel aan één van de bloedvaten veroorzaken. Dit komt zeer zelden voor, maar kan eveneens zeer ernstige gevolgen met zich meebrengen.
Andere verwikkelingen kunnen zich voordoen na de operatie

De ontwikkeling van een seroom (ophoping van sereus vocht) komt af en toe voor. In feite wordt de holte die voordien werd opgevuld door de hernia nu gevuld met vocht. Deze ophoping in de lies, de navel of t.h.v. de littekenbreuk kan zich onmiddellijk na de operatie voordoen. In de meeste gevallen wordt het vocht na enkele weken spontaan geresorbeerd, zelden echter moeten er enkele puncties worden uitgevoerd, en in zeer zeldzame gevallen kan het noodzakelijk zijn dit vocht te evacueren.

Verwikkelingen op lange termijn

De risico’s en verwikkelingen op lange termijn zijn miniem. Nochtans kan er een nieuw breukje ontstaan t.h.v. de lies of buikwand. Dit kan te wijten zijn aan een zwakte van de weefsels zelf of een verkeerde ingroei van het netje in de weefsels waardoor het littekenweefsel het netje doet verplaatsen op lange termijn. Het probleem kan dan door een aangepast therapeutisch optreden geregeld worden.

Ook chronische pijn wordt beschreven. Het betreft een pijn die na enkele maanden nog steeds aanwezig kan zijn t.h.v. de operatiezone. Dit wordt ook gezien na klassieke heelkunde. Aangepast onderzoek en behandeling dienen dan te gebeuren.

Studies hebben aangetoond dat de meerderheid van de patiënten geen symptomen meer vertonen na deze operatie.