Obstructief defaecatiesyndroom

Met obstructieve defaecatie bedoelen we het niet naar buiten krijgen van de stoelgang. Dit kan veroorzaakt worden door meerdere aandoeningen.


Klachten

Doordat de stoelgang niet naar buiten kan, dient de patiënt vaak erg lang op het toilet te zitten. Wanneer het niet lukt om de stoelgang te maken, kan de patiënt zich opgeblazen voelen en krampen krijgen in de buik.

Vaak dienen patiënten met behulp van de handen (vaginaal tegendrukken of door rond de anus te drukken) de stoelgang naar buiten te duwen.

Afhankelijk van de oorzaak kan het ook zijn dat er een uitzakking is ter hoogte van de vagina of anus.


Oorzaken

Meest frequent wordt dit veroorzaakt door een foutieve persbeweging van de bekkenbodemspier. Hierbij spant de bekkenbodemspier aan in plaats van te relaxeren bij het opmaken van de stoelgang en verhindert deze spier zo de passage.

Er zijn ook verschillende anatomische (structurele) afwijkingen die kunnen leiden tot het niet naar buiten krijgen van de stoelgang.

  • Rectocoele

Een rectocoele is het uitzakken van de endeldarm in de achterwand van de vagina. Hierdoor kan je een storende zwelling gaan voelen vaginaal bij de stoelgang.

Daarnaast kan deze rectocoele pijn geven bij betrekkingen. Wanneer de uitzakking tot buiten de vagina komt kan een pijnlijke irritatie van de vagina-achterwand ontstaan. Vaak is ook een algemeen gevoel van onderbuiklast aanwezig, doch dit kan verschillende mogelijke oorzaken hebben. Veel vrouwen hebben een rectocoele, maar lang niet allemaal hebben ze er last van.

#

Vaginaal tegendrukken zorgt bij een rectocoele vaak dat de stoelgang makkelijker naar buiten komt.

  • Enterocoele

Een enterocoele is een uitzakking van de dundarm in de vagina.

#
  • Rectale prolaps

Een rectale prolaps ontstaat door chronische constipatie. De endeldarm geraakt uitgerokken en keert zich binnenstebuiten door de anus en komt buiten tijdens de stoelgang.

#
  • Hemorroïdaal lijden

Indien aambeien langdurig niet behandeld worden en daardoor zeer groot zijn, kunnen ze ertoe leiden dat de stoelgang niet meer naar buiten kan.


Behandelingsmogelijkheden

De behandeling is meestal in eerste instantie de stoelgang vlotter maken door middel van vezelrijke voeding en voldoende vochtinname. Daarnaast is het ook belangrijk voldoende te bewegen.

Om de bekkenbodemspier goed te ontspannen is een correcte stoelgangspositie heel belangrijk.

Indien dit alles onvoldoende helpt, zal gestart worden met bekkenbodemkine.

Bij bewezen structurele afwijkingen kan chirurgie overwogen worden.

Rectocoeles, enterocoeles en rectale prolaps kan gecorrigeerd worden met een laparoscopische ventrale rectocolpopromontoriumpexie.

Rectocoeles kunnen ook via de vagina gecorrigeerd worden met een colporaphia posterior.

Geïsoleerde rectale prolaps wordt gecorrigeerd met een Delorme ingreep.